Dobson
De Engelse natuurkundige G.M. Dobson (1889-1976) ontwierp halverwege de vorige eeuw een apparaat om te meten hoeveel ozon zich tussen hem en de zon bevond.
De dikte van de ozonlaag wordt uitgedrukt in eenheden Dobson. Deze eenheid geeft aan hoeveel ozon er in de lucht aanwezig is boven een bepaald punt op aarde.
Op de Zuidpool is de dikte van de ozonlaag normaal 300 Dobsoneenheden, maar in het gat in de ozonlaag dat sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw ieder najaar ontstaat, is de hoeveelheid ozon afgenomen tot de helft.