Driftsneeuw

Driftsneeuw of stuifsneeuw, zoals dat in de meteorologie wordt genoemd, is fijne, reeds gevallen sneeuw door de wind van de grond opwaait en elders weer wordt afgezet. Het hoeft dan dus niet te sneeuwen.

Zodra er sneeuw valt wordt dat in de meteorologie gecodeerd als sneeuw. Daarbij kan het zich aanzienlijk teruglopen, in de regel tot minder dan 1000 meter en soms tot minder dan 50 meter vergelijkbaar met zeer dichte mist.

Weerkundigen maken onderscheid tussen hoge en lage driftsneeuw. Van lage driftsneeuw is sprake als de sneeuw door de wind tot geringe hoogte boven de grond wordt opgewerveld, waarbij het horizontale zicht op ooghoogte (1,8 meter) niet merkbaar vermindert.

Hoge driftsneeuw is sneeuw die door de wind zo hoog wordt opgewerveld dat het horizontale zich ook op ooghoogte aanmerkelijk verminderd is.