Vorst
Vorst treedt op als de temperatuur op een hoogte van anderhalve meter boven de grond onder het vriespunt (0 graden Celsius) komt.
Om de mate van vorst aan te geven worden voor vorst op waarnemingshoogte van anderhalve meter aangeduid als:
- Lichte vorst (min 0,1 / min 5,0 graden Celsius)
- Matige vorst (min 5,1 / 10,0 graden Celsius)
- Strenge vorst (min 10,1 / min 15,0 graden Celsius)
- Zeer strenge vorst (min 15,1 graden Celsius of lager)
Als de temperatuur op 10 cm hoogte onder het vriespunt daalt dan spreken we over vorst aan de grond of nachtvorst.
Een dag waarop het vriest (minimumtemperatuur onder nul) wordt een vorstdag genoemd, blijft de temperatuur het hele etmaal onder nul (ook maximum temperatuur onder het vriespunt) dan is het een ijsdag.