Poolklimaat

Het poolklimaat is het E-klimaat in de klimaatclassificatie van Köppen. In gebieden met het poolklimaat groeien alleen maar mossen. Dit komt omdat de wintertemperatuur er erg laag is. ’s Winters komt de zon helemaal niet op rond de polen. Het is er dg en nacht donker en kan op sommige plaatsen wel 60 graden vriezen. In de zomer blijft de zon dag en nacht schijnen. Maar omdat het ’s winters zo koud is en de zomer maar kort duurt, ontdooit alleen de bovenste laag van de aarde, de rest blijft bevroren. Hierdoor kunnen er nauwelijks planten groeien en tref je voornamelijk mossen aan. De gemiddelde temperatuur in de warmste maand ligt tussen de 0 en de 10 ˚C.

Het poolklimaat kan onderverdeeld worden in:

Het toendraklimaat (ET- klimaat) is het klimaat zoals dat heerst op de toendra en andere klimatologisch gelijksoortige gebieden.

Het toendraklimaat heeft volgende kenmerken volgens het systeem van Köppen:

  • Gemiddelde temperatuur van de koudste maand onder – 3 graden Celsius
  • Gemiddelde temperatuur van de warmste maand tussen 0 graden Celsius en 10 graden Celsius

Het ijsklimaat (EF- klimaat) is het klimaat zoals dat heerst op de Noordpool en de Zuidpool.

Het ijsklimaat heeft de volgende kenmerken volgens het systeem van Köppen:

  • Gemiddelde temperatuur van de koudste maand onder -3 graden Celsius
  • Gemiddelde temperatuur van de warmste maand onder 0 graden Celsius

Het hooggebergteklimaat (EH- klimaat) valt onder het poolklimaat of E-klimaat. Niet alle klimatologen zijn van mening dat het hooggebergteklimaat als een apart klimaat gezien moet worden en voegen het bij het toendraklimaat (ET). Andere plaatsen het hooggebergteklimaat juist weer los van het E-klimaat en noemen het H-klimaat.

Hooggebergteklimaat komt voor in hooggebergten, zoals de Alpen en de Himalaya. Het is er het hele jaar ijskoud. De grond is er vaak het hele jaar bevroren. Dat noemen we permafrost. De temperatuur is er bijna altijd onder de 0 graden Celsius.

Dit klimaattype kent veel neerslag, voornamelijk in de vorm van sneeuw. Tevens zijn de temperatuurverschillen vaak zeer groot (afhankelijk van de tijd en het weer), waarbij zich ook inversie (het wordt warmer naar mate het hoger wordt, normaal wordt het dan kouder) kan voordoen. Dit onderscheidt het EH-klimaat van het ET- en ES- klimaat, en maakt het ook zeer verraderlijk, zelfs in de zomer. Een bergwandeling in een vriendelijk zonnetje kan ontaarden in een nachtmerrie als het weer plotseling omslaat en de temperatuur tot beneden het vriespunt daalt.

 

  • A Tropische regenklimaat
  • B Droog klimaat
  • Cs Mediterraan klimaat
  • C Gematigd maritiemklimaat
  • D Continentaal klimaat
  • E Poolklimaat