Februari (sprokkelmaand)

  • Al is de sprokkel nog zo fel, ze heeft vijf schone dagen wel.
  • Komt februari met goed weer, dan vriest het in het voorjaar des te meer.
  • Schijnt morgenrood haar tegen, dan dreigt februari met veel regen.
  • Is februari zacht, dan brengt de lente vorst bij nacht.
  • Is februari nat en koel, dan is juli dikwijls heet en zwoel.
  • Is februari zacht en stil, dan komt de noordenwind in april.
  • Blijft de storm in februari daar, beschut U in april maar.
  • Februari mist, hooi in de kist.
  • Lichtmis (2 februari) donker, maakt de boer een jonker.
  • Lichtmis helder en klaar, maakt de boer tot bedelaar.
  • Regen in februari is mest op de akker.
  • Februari te warm, vele planten worden arm.
  • Ligt de wind in februari stil, dan komt hij zeker in april.
  • Als vroege krokussen bloeien, zullen ze met de koude stoeien.
  • Komt februari met goed weer, dan vriest het in het voorjaar des te meer.
  • Is februari guur en koud, meestal een zomer waar men van houdt.
  • Niets wordt van de lente verwacht, als februari is zacht.
  • Blazen de muggen in februari alarm, houdt dan in maart de oren warm.
  • Februari regen, is de landman zijn zegen.
  • In februari sneeuw en regen betekenen goddelijke zegen.
  • Geeft de sprokkelmaand de winter niet, is hij voor Pasen in het verschiet.
  • Februari muggendans, geeft voor maart een slechte kans.
  • Februari nooit zo fel, of hij levert zijn drie zomerse dagen wel.