Juli (hooimaand)

  • Is in juli de morgen rood, ’s avonds verkeert het weer in nood.
  • Wil het in juni niet heten, zal men in augustus zweten.
  • Is juli heet en droog, dan houdt de winter een kwaad betoog.
  • Juli broeierige daagen, wordt gevolgd door donderslagen.
  • Regent het op St. Margriet (20 juli), krijgen we zes weken een natte tied.
  • prijkt in juli hete gloed, dan zijn in het najaar de vruchten goed.
  • Wisselen in juli regen en zonneschijn, het zal het naaste jaar voor de boeren kermis zijn.
  • Is juli goed voor de bijen goed, boer kan dan maar hebben goede moed.
  • Brengt juli een hete gloed, zo gedijt september goed.
  • Is de eerste juli regenachtig, gans de maand is twijfelachtig.
  • In juli moet gebraden, wat in september moet geladen.
  • Juli zonnebrand, wenst de man op het land.
  • Zonder dauw geen regen, heet het in juli allerwegen.
  • Juli helder en klaar, heet altijd een goed jaar.
  • Slechts in juli gloed, wordt de vrucht en wijn goed.
  • Blaast juli hard op de donderhoorn, dan doet dat geen kwaad aan het rijpen van de koren.
  • De wakkere hooimaand geeft de zeisen, de maaier in de hand met vlijt, daar lege schuren hooi vereisen, om het vee te voeden in wintertijd.