La Niña

De benaming voor kouder zeewater bij de evenaar is La Niña ( Spaans voor het meisje). La Niña is de tegenhanger van El Niño ( het Kerstjongetje) waarvan gesproken wordt als het water bij de evenaar warmer is dan normaal.
Het warme water voor de Zuid-Amerikaanse kust wordt weggedreven en een koude stroom komt hiervoor in de plaats. Het warme oppervlaktewater verschuift naar Australië, verder dan in een ‘normaal jaar’, waardoor er meer regen valt in Azië en Amerika.

De gevolgen van een La Niña zijn veel geringer dan van El Niño en beperkt zich voornamelijk tot de winter. La Niña leidt in Peru tot droog weer in de winter, wat daar heel normaal is. Het Caribisch gebied krijgt tijdens een La Niña in het algemeen meer tropische orkanen te verwerken dan tijdens een El Niño. Op grote hoogte waait het hier en daar minder en kunnen de wolkencomplexen waaruit hurricanes ontstaan, torenhoog uitgroeien.

De La Niña van 2007-2008 was de sterkste ooit gemeten en zorgde voor kouderecords in onder andere China en Noord-Amerika. In 2010-2011 zorgde La Niña onder andere voor hevige regenval en overstromingen in Australië en Europa en voor modderstromen in Brazilië.

De verkoeling stelt in vergelijking met de verwarming niet veel voor. Toch heeft La Niña wel degelijk invloed. De effecten van La Niña zijn meestal precies omgekeerd aan El Niño. Zo zal op plaatsen waar het tijdens El Niño heel droog was nu veel regenen en omgekeerd. Vroeger dacht men dat La Niña niet bestond en zag men haar als een normale situatie. Tegenwoordig wet men wel dat La Niña iets anders is, mede dankzij metingen en satellietgegevens. La Niña is echter veel minder erg dan El Niño en richt ook niet veel schade aan.