Landklimaat
Een landklimaat of continentaal klimaat kent warme/hete zomers en meestal strenge winters met neerslag in alle jaargetijden. Er zijn echter ook gebieden met een landklimaat die minder strenge winters kennen. Een landklimaat is te vinden in het midden en oosten van Noord-Amerika, Europa en Azië.
Het zijn gebieden die ver landinwaarts liggen, zonder zee of ander groot wateroppervlak in de buurt. De gematigde invloed van de oceanen is daar dan klein. Doordat de relatief droge landoppervlakken makkelijk opwarmen en afkoelen worden de temperaturen in de zomer extreem hoog, en in de winter laag. De meeste neerslag valt in de zomer en de dagelijkse en jaarlijkse gang in de temperatuur (verschil tussen hoogste en laagste) is vrij groot. In de klimaatindeling van Köppen (met temperatuur en neerslag als uitgangspunten) komt het D-klimaat, zoals hij het continentaal klimaat noemt, alleen voor op het Noordelijk Halfrond.
Blauwgekleurde gebieden zijn land- of continentaal klimaat