Luchtvervuiling
Luchtvervuiling of luchtverontreiniging is het verschijnsel waarbij de ons omringende lucht wordt verontreinigd door stoffen die daar van oorsprong niet in voorkomen. Deze luchtvervuiling is schadelijk voor mens, plant, dier of goederen.
Natuurlijke bronnen zijn:
- Vulkanen
- Stof (bijvoorbeeld bij stofstormen in droge gebieden)
- Gassen (zoals methaan van natuurlijke oorsprong, bijvoorbeeld uit het darmstelsel van vee)
- Rook van bosbranden.
Menselijke bronnen zijn:
- Landbouw stoffen en chemicaliën, zoals in Nederland vooral ammoniak vanuit mest en kunstmest
- Industrie, fabrieken waaronder ook elektriciteitscentrales
- Verkeer door verbrandingsmotoren, remmen- en bandenslijtage
- Verbrandingsovens
- Oplosmiddelen uit bijvoorbeeld verf
- Gevaarlijke gassen uit bijvoorbeeld spuitbussen (CFK’s)
- Vuurwerk
Stoffen die in de atmosfeer terechtkomen door luchtvervuiling zijn bijvoorbeeld:
- Koolmonoxide (CO), dit komt vrij bij onvolledige verbranding, bijv. in verbrandingsmotoren. Is erg giftig, heeft een verstikkend effect of mensen en dieren.
- Chloorfluorkoolstofverbindingen(CFK’s). De ozonlaag kan worden aangetast door CFK’s . De aardatmosfeer beschermt het leven op aarde door een gedeelte van de schadelijke straling die afkomstig is van de zon tegen te houden. Zo wordt het schadelijkste deel van de UV straling tegengehouden door de ozonlaag die zich op ongeveer 10-15 km hoogte bevindt. De ozonlaag kan worden aangetast door de CFK’s. Deze stoffen zaten tot voor kort als drijfgassen in spuitbussen en als koelmiddel in oudere types koelkasten. Deze gassen zijn sinds enkele jaren verboden en zijn vervangen door minder schadelijke gassen.
- Stikstofoxiden (NOₓ) worden bij verbranding geproduceerd, vooral als deze hoge temperaturen verloopt. NOₓ wordt vaak gemeten, ook in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Het is een schadelijke stof en het wordt ook gezien als een signaalstof. Het is een indicatie voor allerlei andere vaak voorkomend luchtvervuiling.
- Vluchtige organische stoffen, waaronder koolwaterstoffen(CnHm). Deze zijn afkomstig uit bijvoorbeeld benzine, maar wordt ook gebruikt als oplosmiddel voor bijvoorbeeld verf. Koolwaterstoffen en stikstofoxiden vormen onder invloed van zonlicht fotochemische smog, waarvan ozon een belangrijk component is. In de oceanen bevinden zich ook grote hoeveelheden methaanhydraat: het methaan kan soms aan de oppervlakte ontsnappen.
- Zwaveldioxide (SO₂) ontstaat in grote hoeveelheden bij verbranding van kolen of bruinkool, maar ook in kleinere hoeveelheden bij verbranding van olieproducten.
- Fijn stof (vooral roet) van bijvoorbeeld bosbranden, vulkanen, maar ook uit verbrandingsmotoren is een vervuilende factor. Rem- en bandenslijtage geven fijn stof af. In stedelijke gebieden is verkeer de grootste bron van fijn stof. Naast roet is er enorm veel stof uit woestijnen.
De luchtvervuiling heeft een negatieve invloed op de luchtkwaliteit en daardoor op de gezondheid van mensen en verlaagt de verwachte levensduur. De milieubalans van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) geeft er cijfers over. De chronische blootstelling aan fijn stof blijkt de grootste bron van gezondheidsschade. Eind 2005 is in een wetenschappelijk onderzoek het directe verband aangetoond tussen relatief lage blootstelling aan fijn stof en aderverkalking bij muizen.
Het KNMI kan nu iedere dag door middel van satellietbeelden de hele aardatmosfeer zeer gedetailleerd, zelfs op stadsniveau, in kaart brengen. Hieruit blijkt dat Nederland tot ’s werelds meest vervuilde gebieden behoort, maar ook binnen Nederland zijn opmerkelijke grote regionale verschillen zichtbaar. De Randstad is het meest vervuilde deel van Nederland, maar de dagelijkse variaties zijn enorm groot. De weersomstandigheden m.n. de wind spelen hierbij ook een grote rol. Bij zonnig weer is goed te zien dat de vervuiling blijft hangen (smog).