Neeuwstorm

Een sneeuwstorm vindt plaats bij windkracht 8 of meer samen met sneeuwval. Voorafgaand is er meestal sprake van sneeuwjacht.

Een sneeuwstorm, in veel landen blizzard (Verenigde Staten en Canada) genoemd, kan het openbare leven ontwrichten en soms hele dorpen isoleren. Tijdens een sneeuwstorm kan het verkeer en openbaar vervoer ontwricht raken. Het verkeer wordt verlamd doordat wegen, rails en startbanen geblokkeerd raken door sneeuw. In een langdurige sneeuwstorm kan de sneeuw bij aanhoudende vorst tot meters hoge sneeuwduinen opstuiven en kunnen gestrande auto’s ingesneeuwd raken. Lage temperaturen, harde wind en stuivende sneeuw maken het verblijf buiten de deur uiterst onaangenaam en bij matige tot strenge vorst zelfs gevaarlijk.

In Nederland duurt het soms jaren voor een volgende sneeuwstorm opsteekt, maar in
sommige winters komen er 2 tot 3 in korte tijd voor. In totaal was er in de 20e eeuw in Nederland op zeker twee en twintig dagen sprake van een sneeuwstorm.

Eén van de hevigste sneeuwstormen van de eeuw trof de noordelijke helft van Nederland in februari 1979.
Het noodweer begon op 14 februari en het noorden van het land had ongeveer 90 uur lang zware driftsneeuw (of stuifsneeuw is fijne al gevallen sneeuw die door de wind van de grond opwaait en elders weer wordt afgezet).  De wind bereikte in vlagen snelheden van 100 km/u en de sneeuwduinen hoogtes van 3 tot 6 meter. Delen van Nederland boven de lijn Harderwijk – Amsterdam werden van de buitenwereld afgesneden. Eerder die winter, op oudejaarsdag 1978, werd vooral het zuiden van het land getroffen door een sneeuwstorm bij extreem lage temperaturen van 10 tot 15 graden onder nul. De sneeuwstormen uit de winters van 1937, 1942, 1945, 1947, 1958, 1963 en 2005 waren ook berucht.