Springtij (springvloed)

De hoogte van de zeespiegel wordt bepaald door de aantrekkingskracht van zon en maan op het water. Dit wordt astronomisch getij genoemd. Springtij is een vloed die het gevolg is van getijdenwerking, die veroorzaakt wordt door de zwaartekracht van de zon en de maan die elkaar versterken. De maximale hoogte van het water is hierdoor hoger dan normaal bij een normale vloed, die vrijwel alleen door de maan wordt veroorzaakt.

Springtij treedt op bij nieuwe maan en bij volle maan, wanneer de zon, de aarde en de maan min of meer op één lijn staan, Dan is de aantrekkingskracht het grootst en spreekt men van springtij. De wind kan het water langs de kust nog hoger opstuwen. Wanneer het boven bepaalde hoogtes komt is er sprake van stormvloed. Valt de storm toevallig samen met springtij dan komt het water nog hoger, dit wordt springvloed genoemd.

Tussen volle en nieuwe maan in, bij halve maan, werken de zwaartekracht van de zon en de maan elkaar tegen. De getijdenverschillen zijn dan minder groot.

Het getij zoals het in Nederland wordt waargenomen wordt vooral veroorzaakt door de invloed van maan en zon op het water van de Zuidelijke IJszee, de enige plek op aarde waar de vloedgolf niet wordt gedempt door een landmassa. Daarom treedt springtij in Nederland 2 tot 2½ dag na volle maan op. Zolang heeft de ‘vloedgolf’ nodig om bij Nederland te komen, dus 2 dagen na volle maan en na nieuwe maan is het in Vlissingen springtij.

 

Doodtij is het tegenovergestelde van springvloed.
Doodtij is de periode dat het verschil tussen laag- en hoogwater minimaal is.
Dit treedt eens in de veertien dagen op als de getijdenwerking van de zon en de maan elkaar tegenwerken. Dit gebeurt als de zon en de maan min of meer loodrecht ten opzichte van elkaar staan, dus bij het eerste en laatste kwartier van de maan.
Door de leeftijd van het getij is doodtij in Nederland 2 etmalen later dan het eerste kwartier of laatste kwartier.